Wal-Zwijn

Slimme sluizen creëren typische riviernatuur

Wal-Zwijn is straks volwaardig overstromingsgebied

De Sigmaplanwerken in Wal-Zwijn vorderen goed. We werkten de ringdijk af én we gaven het gebied Groot Schoor terug aan de Schelde. Momenteel bouwen we de twee gecombineerde in- en uitwateringssluizen. Op de planning staat onder meer nog de aanleg van de overloopdijk. Over enkele jaren zal Wal-Zwijn dan een volwaardig overstromingsgebied zijn met typische riviernatuur.

Nieuwe ringdijk afgewerkt

De deelgebieden Grote Wal, Kleine Wal en Zwijn vormen we om tot een gecontroleerd overstromingsgebied met gereduceerd getij met getijdennatuur (GGG). Samen zullen ze overtollig rivierwater opvangen bij stormtij. Om de achterliggende dorpskernen, akkers en graslanden droog te houden, bouwden we een ringdijk aan de westelijke kant van Wal-Zwijn. Die moet het water, dat het overstromingsgebied inloopt, tegenhouden.

De stevige ringdijk van zo’n 6 meter hoog en 3 kilometer lang werd in de zomer van 2021 al afgewerkt. Vanop de nieuwe dijk kan je het veranderende Scheldelandschap bewonderen. Voor de aanleg van de dijk hergebruikten we gebaggerd zand uit de Durme, grond die vrijkwam bij ecologische inrichtingswerken in het gebied en vulden we aan met extra zand, aangevoerd over het water. Zo bouwden we de dijk op een milieuvriendelijke en duurzame manier!

Bouw van sluizen

In de loop van april 2022 zijn we gestart met de bouw van de in- en uitwateringssluizen. Deze zullen elke dag een beetje water in en uit het gebied laten stromen (GGG-werking). Ook kunnen ze het gebied, als dit in de toekomst onder water komt te staan bij een overstroming, weer laten leeglopen. De sluis in Kleine Wal is na de zomer klaar, de sluis in Zwijn zal eind 2023 volledig afgerond zijn.

Ontpoldering Groot Schoor

In de zomer van 2021 ontpolderden we het gebied Groot Schoor, langs de oevers van de Schelde. Daarmee gaven we 25 hectare terug aan de Schelde, waardoor de rivier meer ruimte heeft om te stromen én de getijden opnieuw vrij spel krijgen. Door de wisselwerking van eb en vloed stroomt het Scheldewater Groot Schoor twee keer per dag in en uit. Daardoor ontwikkelt er zich in de polder – in een ver verleden nog een typisch schorrengebied – weer waardevolle zoetwatergetijdennatuur. De afgelopen twee jaar hebben we het landschap al grondig zien veranderen, onder meer door de vorming van kreken.

Extra aandacht voor knijten

In slibrijke gebieden waar er knijtenhinder is, zijn de ecosystemen veelal nog niet in evenwicht en is de voedselpiramide nog niet opgebouwd. Dat evenwicht vinden vraagt echter tijd. In de tussentijd bestaat het risico dat de populatie knijten zich exponentieel ontwikkelt, wat erg vervelend kan zijn. Ervaring leert dat de overlast afneemt wanneer kreken zich vormen, de vegetatie groeit en natuurlijke vijanden hun plaats vinden in het nieuwe gebied. Heel wat vissen, vogels, amfibieën, spinnen en insecten lusten de knijt en haar larven.

Om de knijtenhinder aan te pakken, ontwikkelden we samen met wetenschappers van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) een nieuw type milieuvriendelijke knijtenval. Sinds kort staan er in Hamme 25 grote knijtenvallen. Hoe werkt deze val precies? Ultraviolette ledstrips, van stroom voorzien door zonnepanelen, trekken de insecten aan. Een fijnmazig gaas laat toe om knijten selectief te vangen en verhindert dat andere insecten in de val terechtkomen. Omdat we wat biologisch afbreekbare zeep toevoegen aan het water, kunnen de knijten niet blijven drijven op het oppervlak maar verdrinken ze. Daarnaast zijn er nog extra initiatieven genomen in de strijd tegen knijten, zoals meer kreekvorming en rietaanplanting langs de rivierdijk.

Sigmaprojecten in de kijker