Het gebied Nete en Kleine Nete bevat onder andere de Beneden-Nete (in Duffel en Lier), het mondingsgebied van de Grote Nete (in Nijlen, Berlaar en Lier) en Varenheuvel-Abroek (dat zich uitstrekt over Nijlen, Grobbendonk en Zandhoven).
Binnen het Sigmaplanproject Nete en Kleine Nete wisselen landbouw, natuur, bossen en een dichte bebouwing elkaar af. De vallei aanpassen aan de klimaatverandering is een heus huzarenstukje. Tegelijk creëren we hier 265 hectare ademruimte voor unieke fauna en flora.
Het gebied Nete en Kleine Nete bevat onder andere de Beneden-Nete (in Duffel en Lier), het mondingsgebied van de Grote Nete (in Nijlen, Berlaar en Lier) en Varenheuvel-Abroek (dat zich uitstrekt over Nijlen, Grobbendonk en Zandhoven).
Aan de Beneden-Nete kreeg het GOG Polder van Lier een make-over. Een grotere sluis laat het gebied nu vlotter leegstromen na stormtij en natte natuur kreeg opnieuw plaats in de riviervallei. We verhogen ook nog geleidelijk aan de grondwaterpeilen om rietontwikkeling te stimuleren.
De vallei tussen de Beneden-Nete en het Netekanaal is een zeldzaam vogelparadijs met brede rietkragen en vijvers vol vis. In Anderstadt 2, Polder van Lier, Zone Hof van Lachenen en de Vijvers aan Anderstadt zetten we volop in op de natte natuur van wetlands. In Anderstadt 1 zal je dan weer prachtige getijdennatuur kunnen bewonderen.
Een deel van Varenheuvel-Abroek richten we in als wetland, een ander deel blijft behouden voor landbouw. Varenheuvel-Abroek is ideaal voor de ontwikkeling van bloemrijke graslanden, waar de kwartelkoning en het paapje zich straks thuis voelen.
Ook het mondingsgebied van de Grote Nete vormen we om tot een groot wetland van 55 hectare, met natte ruigtes, rietpartijen en open water. Dankzij die aanpassingen vind je hier over enkele jaren heel wat planten- en diersoorten die het nu nog moeilijk hebben.
Intussen zijn de inrichtingswerken in Mushaag klaar. De omvorming van vloedvlakte 6, goed voor 10 hectare, als wetland is een opsteker voor de natuur. Water- en moerasplanten, zoals het zeldzame zomerklokje, hebben nu opnieuw ruimte om te groeien. In de grote rietkragen vol beschutte plekjes planten libellen en amfibieën zich voort. Diverse vissen vinden hier hun gading: snoek en rietvoorn en zeldzame soorten als bittervoorn en kleine modderkruiper. Ook op de gastenlijst: porseleinhoen, waterral en schuwe reigerachtigen als roerdomp en woudaapje. De bruine kiekendief wordt hier heer en meester.
Foto intro: Mondingsgebied van de Grote Nete, ©Thomas Bruyninckx