Lieven Nachtergale

Interview

Lieven Nachtergale, Coördinator Scheldeprogramma, Agentschap voor Natuur en Bos, over natuurherstel via Sigmaplan:

“Belang van verbinding tussen natuurgebieden blijft belangrijk”

Ook het afgelopen jaar zette het Sigmaplan weer stevige stappen vooruit op het vlak van natuurontwikkeling. “Wat ons dit jaar aangenaam verrast, is dat ook kleinere natuurgebieden sterk meeliften op het natuurherstel van de grotere Sigmaplangebieden. Als er maar rust is en de natuurkwaliteit er hoog genoeg is”, vertelt Lieven Nachtergale die als coördinator Scheldeprogramma bij het Agentschap Natuur en Bos het Sigmaplan al sinds de start volgt.

“Dieren ervaren de ketting van grotere en kleinere Sigmaplangebieden langs de Schelde blijkbaar als één grote brok aaneengesloten natuur en vinden een logeerplek in een kleiner kamertje best wel oké. Als de natuurkwaliteit maar hoog genoeg is. Dat is zeker geen eenmalige meevaller, want we zien dit consequent gebeuren over het hele Sigmaplangebied.”

“Het belang van stapstenen en verbinding tussen de gebieden blijkt dus erg belangrijk. Daarom is het goed om vast te stellen dat er rond de Sigmaplangebieden ook initiatieven komen die landbouw en natuur meer gaan verweven. Als daar een economisch verdienmodel kan worden gekoppeld aan een ecologisch beter ontwikkeld landschap, dan kan er dubbele winst worden geboekt. Voor weidevogels of voor de bruine kiekendief zijn er al mooie projecten, hopelijk kan dat nog verder groeien, bijvoorbeeld in de schoot van het nieuwe Nationaal Park Scheldevallei.”

“Dat is immers nog een andere opsteker voor 2024: na een lange en strenge selectieronde werd de Scheldevallei dit jaar officieel één van de vier nationale parken van Vlaanderen. De plaatsjes waren duur, maar de unieke natuurpracht van de Scheldevallei gaf uiteindelijk de doorslag. Het is een erkenning van het straffe natuurherstel dat hier is gerealiseerd en terzelfdertijd ook een garantie op een blijvende zorg voor de Sigmaplangebieden.”

Zijn er nog aandachtspunten voor (nieuwe) natuurgebieden?

“We mogen de recreatiedruk in natuurgebieden niet onderschatten. Precies daarom is het Nationaal Park Scheldevallei een geschenk: zij kunnen de gulden middenweg aangeven tussen natuurbeleving en natuurbescherming. Zachte recreatie kan zeker – wandelen, fietsen… – maar de totaalcombinatie wordt al snel minder onschuldig. Mensen willen in natuurgebieden mountainbiken, hengelen, geocachen, een marathon lopen, aan canicross doen, dieren en planten fotograferen, met een luchtballon overvliegen of zelfs paragliden. We moeten letten op het evenwicht tussen parkrecreatie en behoud van landelijkheid in een buitengebied. Hier zit toch vaak een spanningsveld en dat proces kan het Nationaal Park in goede banen leiden.”

“Anderzijds merken we, vooral bij de aanleg van grotere gebieden, dat de omgeving alsmaar natuuronvriendelijker wordt: de verstedelijking, de intensivering van de landbouw en het stikstofdebat… Vroeger waren natuur en landbouw partners, nu dreigen ze los van elkaar gekoppeld te worden. Dat is een grote bedreiging die we ook vanuit het Sigmaplan proberen tegen te gaan. Met dergelijke aandachtspunten moeten we rekening houden. Een gezonde Schelde is alvast in het voordeel van iedereen.”

Natuurherstel: van 2005 tot nu

In 2005 actualiseerde de Vlaamse overheid het plan om beter te kunnen inspelen op extreme weersomstandigheden, als gevolg van de klimaatverandering. Het Sigmaplan kreeg ook een groot natuurluik met focus op natte natuur. Om de vervuilde Schelde om te vormen tot een gezonde rivier met alle planten- en diergemeenschappen was concreet 5.500 hectare extra natuur nodig.

“We zitten nu halverwege die doelstelling voor natuurherstel. Je mag niet vergeten dat er – nog niet zo lang geleden – van Antwerpen tot de Durmemonding één grote zuurstofloze zone was, compleet afgesneden en dood door vervuiling. Vandaag zien we een duidelijke restitutie van het aantal vissoorten. In de Schelde en haar bijrivieren tellen we zo’n 65 soorten, naast garnalen en mosselen ook. Om maar te zeggen dat een heel ecosysteem opnieuw tot leven is gekomen.”

- Lieven Nachtergale

“Ook de connectie tussen rivier, vallei, polder en waterlopen is hersteld zodat vissen kunnen migreren van rivieren naar bekenstelsels. Als gevolg daarvan treffen we reigerachtigen aan tot diep in het land. Tot de verbeelding sprekende soorten als de lepelaar, de roerdomp of het woudaapje heroveren de Scheldevallei. Maar ook tal van eendensoorten, rietvogels en moerasvogels voelen zich intussen in de Sigmaplangebieden thuis. Moerasvogels krijgen vandaag zowat overal in Europa klappen… Dan doet het deugd om te zien dat zoveel vogels vandaag in de Scheldevallei een revival beleven. Als je langs de Schelde wandelt, kan je letterlijk horen waar je een Sigmagebied ingaat: één groot koor van vogels! Deze unieke riviernatuur is waardevol als broed- en foerageergebied. Het aantal moerasvogels is in 20 jaar verhonderdvoudigd. Daarnaast trekken de Sigmaplangebieden steeds meer trekvogels. Op weg naar het noorden of zuiden houden ze halt in onze valleien om aan te sterken. Het is belangrijk dat ze voldoende stopplaatsen vinden tijdens hun tocht en die zijn er nu langs de Schelde. Het aantal trekvogels dat enkele maanden bij ons verblijft, is sterk toegenomen.”

“Ook bevers en otters vinden steeds vaker de weg naar de Scheldevallei. Sinds de jaren tachtig was de otter zo goed als verdwenen uit Vlaanderen, maar vandaag zien we ‘m opduiken in de Polders van Kruibeke en in andere Sigmaplangebieden. Belangrijk, want otters hebben graag wat ruimte en houden van een aaneengesloten leefgebied. In Kruibeke hebben we ooit een klein aantal vissen uitgezet en intussen zwemmen er scholen van duizenden vissen rond. Mooi dat deze dieren met de natuur mee schuiven in het Sigmaplanverhaal.”

Interviews