Lieven Nachtergale

Interview

Lieven Nachtergale, projectcoördinator Schelde, over natuurherstel via het Sigmaplan

“Gezonde Schelde brengt hele ecosystemen tot leven”

Steeds meer planten, vissen en waterdieren vinden opnieuw de weg naar de Schelde en haar bijrivieren. En dat is mee de verdienste van het Sigmaplan, dat sinds 2005 niet alleen op waterveiligheid inzet maar ook op natuurontwikkeling. “Na bijna 20 jaar zijn de positieve effecten duidelijk zichtbaar op het terrein. Er zwemmen weer vissen in de Schelde en zelfs de schuwe otter heeft de Scheldevallei herontdekt”, aldus Lieven Nachtergale, projectcoördinator Schelde bij het Agentschap Natuur en Bos.

Als coördinator Scheldevallei volgt Lieven Nachtergale het Sigmaplan al sinds de start. “In 2005 actualiseerde de Vlaamse overheid het plan om beter te kunnen inspelen op extreme weersomstandigheden, als gevolg van de klimaatverandering. Het Sigmaplan kreeg meteen ook een groot natuurluik met focus op natte natuur. Uiteraard waren we enthousiast, maar tegelijk stelden we ons de vraag ‘Hoe kunnen we de draagkracht van riviervalleien in Vlaanderen vergroten als die nu al overschreden wordt?’ Tel maar eens op: bevaarbaarheid, overstromingsgebied, recreatie, waterberging, landbouw…”

Rivieren en valleien moeten al die functies kunnen dragen én tegelijk voldoen aan de Europese doelstellingen voor water en natuur – zoals de Vogel- en Habitatrichtlijnen die Vlaanderen opgelegd krijgt om bepaalde soorten en natuurtypes weer gezond te maken. “De Universiteit Antwerpen en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek hebben toen een onderzoek gedaan. Bleek dat we duizenden hectaren natuur verwijderd zaten van die draagkracht.”

Aan welke normen moest een robuuste riviernatuur allereerst voldoen?

“Toen we het natuurluik binnen het Sigmaplan uitwerkten, hebben we een aantal aspecten vooropgesteld. De nieuwe natuur moest zelf-zuiverend zijn, de waterhuishouding optimaal regelen en leefgebieden creëren, want er waren geen broed- en foerageergebieden voor soorten die bij een gezonde rivier horen. Om de vervuilde Schelde om te vormen tot een gezonde rivier met alle planten- en diergemeenschappen was concreet 5.500 hectare extra natuur nodig. In 2005 zijn we met dat plan gestart, vandaag zitten we halverwege de doelstelling. Dat gaat van de aanleg van kleine natuurgebieden tot heel grote zoals de Polders van Kruibeke, Vlaanderens grootste overstromingsgebied met maar liefst 600 hectare unieke riviernatuur. In deze polders komen we vandaag zelfs niet meer tussen, we laten gewoon het getij zijn werk doen.”

Hoe staan we er vandaag voor qua natuurherstel?

“Heel goed! Dankzij een zorgvuldige monitoring kunnen we het natuurherstel in de Scheldevallei overzichtelijk in kaart brengen. Zo tellen we vandaag voorzichtig weer vissen in de rivier. Je mag niet vergeten dat er – nog niet zo lang geleden – van Antwerpen tot de Durmemonding één grote zuurstofloze zone was, compleet afgesneden en dood door vervuiling. Vandaag zien we een duidelijke restitutie van het aantal vissoorten. In de Schelde en haar bijrivieren tellen we zo’n 65 soorten, naast garnalen en mosselen ook. Om maar te zeggen dat een heel ecosysteem opnieuw tot leven is gekomen.”

“We zien een duidelijk herstel van het aantal vissoorten in de Schelde en haar bijrivieren.”

“Ook de connectie tussen rivier, vallei, polder en waterlopen is hersteld zodat vissen kunnen migreren van rivieren naar bekenstelsels. Als gevolg daarvan treffen we reigerachtigen tot diep in het land. Maar ook de lepelaar, tal van eendensoorten, rietvogels en moerasvogels voelen zich intussen in de Sigma-gebieden thuis. Moerasvogels krijgen vandaag zowat overal in Europa klappen… Dan doet het deugd om te zien dat zoveel vogels vandaag in de Scheldevallei een revival beleven. Als je langs de Schelde wandelt, kan je letterlijk horen waar je een Sigmagebied ingaat: één groot koor van vogels! Deze unieke riviernatuur is bijzonder waardevol als broed- en foerageergebied. Het aantal moerasvogels is in 20 jaar verhonderdvoudigd. Daarnaast trekken de Sigmagebieden steeds meer trekvogels. Op weg naar het noorden of zuiden houden ze halt in onze valleien om aan te sterken. Het is belangrijk dat ze voldoende stopplaatsen vinden tijdens hun tocht en die zijn er nu langs de Schelde. Het aantal trekvogels dat enkele maanden bij ons verblijft, is de laatste jaren sterk toegenomen.”

Ook bevers en otters vinden steeds vaker de weg naar de Scheldevallei?

“Ja, de bever is bijna normaal geworden. Onlangs zat ik nog in een overleg met een bezorgde gemeente: een beverfamilie heeft een burcht gebouwd in een park en enkele bomen zijn gesneuveld… Naast de bever is de otter terug, een soort die ook stevig onder druk staat. Sinds de jaren tachtig was hij zo goed als verdwenen uit Vlaanderen, maar vandaag zien we ‘m opduiken in de Polders van Kruibeke en in een ander Sigmagebied, zo’n tien kilometer verderop. Belangrijk, want otters hebben graag wat ruimte en houden van een aaneengesloten leefgebied. In Kruibeke hebben we ooit een klein aantal vissen uitgezet en intussen zwemmen er scholen van duizenden vissen rond. Mooi dat deze dieren met de natuur mee schuiven in het Sigma-verhaal. In de Scheldevallei is er veel potentieel om door natuurherstel de otter een handje te helpen.”

Welke natuurprojecten van het afgelopen jaar springen eruit?

“De ontpoldering van de Hedwige-Prosperpolder, tussen Vlaanderen en Nederland, is zeker een mijlpaal. Goed voor 470 hectare nieuwe, grensoverschrijdende natuur. Het gebied staat pas sinds oktober 2022 opnieuw in verbinding met de Schelde, maar als je er gaat kijken, lijkt het alsof die kreken en geulen er altijd zo gelegen hebben. De getijdennatuur met slikken en schorren trekt enorm veel vogels aan. Als het getij keert, zie je de reigers zo mee opschuiven naar de plaatsen waar de vissen verzamelen. Onwaarschijnlijk én ongelooflijk mooi hoe de natuur zich kan herstellen. De zeearend is er ook al opgedoken, het is aftellen naar de eerste populatie die er zich vestigt – daarvoor is een heel ecosysteem nodig met genoeg rust en voldoende prooi. Maar de onderwaterzetting van de Hedwige-Prosperpolder, waarbij het Verdronken Land van Saeftinghe als één groot natuurgebied nu doorloopt op Vlaamse grond, heeft de natuur alvast een geweldige boost gegeven.”

“Een andere blikvanger is het nieuwe moerasgebied in de Kalkense Meersen, waar 600 hectare wetland werd hersteld. Een mooi voorbeeld van de natuur als bondgenoot in de klimaatuitdaging. Gecontroleerde overstromingsgebieden kunnen water bergen bij stormtij, terwijl natte graslanden de regio beschermen tegen verdroging én een leefgebied vormen voor zeldzame planten en dieren.”

Is de klimaatverandering de belangrijkste uitdaging in het Sigmaplan?

“Absoluut. De gevolgen van de klimaatverandering zijn onmiskenbaar. Neem nu de enorme verdroging die we in de valleien zien, doordat brongebieden droogvallen. Daar kan je weinig aan doen, maar je zit wel met de gevolgen in riviergebonden natuurtypes. We proberen er een mouw aan te passen door water te laten inlopen vanuit de rivier of door neerslag in de winter op te sparen om in het voorjaar te gebruiken. Ook leggen we gebieden anders aan, dieper, zodat we meer in het grondwaterbereik zitten. Naast het probleem van verdroging heb je het probleem van wateroverlast. De waterbom die in de zomer van 2021 Wallonië trof, heeft toen ook de vallei van de Demer helemaal onder water gezet, wekenlang. Daardoor zijn er tal van zeldzame planten en diersoorten gestorven. Tien kilometer levenloze vallei, ik had het nog nooit meegemaakt… Met dergelijke extreme weersomstandigheden, als gevolg van de klimaatverandering, houden we steeds meer rekening bij de aanleg van gebieden. Het is een continu herdenken en bijschaven.”

Zijn er nog aandachtspunten voor (nieuwe) natuurgebieden?

“We mogen de recreatiedruk in natuurgebieden niet onderschatten. Uiteraard is het heerlijk om in de natuur te vertoeven, goed voor ons mentaal welzijn ook. Alleen is het belangrijk om te waken over een gezonde balans tussen ‘leven in de natuur’ en ‘de natuur laten leven’. Zachte recreatie kan zeker – wandelen, fietsen… – maar de totaalcombinatie wordt al snel minder onschuldig. Mensen willen in natuurgebieden mountainbiken, hengelen, geocachen, een marathon lopen, aan canicross doen, dieren en planten fotograferen, met een luchtballon overvliegen of zelfs paragliden. We moeten letten op het evenwicht tussen parkrecreatie en behoud van landelijkheid in een buitengebied. Hier zit toch vaak een spanningsveld.”

“We moeten waken over een gezonde balans tussen ‘leven in de natuur’ en ‘de natuur laten leven’.”

“Anderzijds merken we, vooral bij de aanleg van grotere gebieden, dat de omgeving alsmaar natuuronvriendelijker wordt: de verstedelijking, de intensivering van de landbouw en het stikstofdebat… Vroeger waren natuur en landbouw partners, nu dreigen ze los van elkaar gekoppeld te worden. Dat is een grote bedreiging die we ook vanuit het Sigmaplan proberen tegen te gaan. Met dergelijke aandachtspunten moeten we rekening houden. Een gezonde Schelde is alvast in het voordeel van iedereen.”

Interviews