Jonas Schoelynck

Interview

Subtitel aan te vullen!

"Chinese wolhandkrab is een bedreiging voor aquatisch ecosysteem”

Je ziet ze niet, maar ze kruipen met miljoenen over de bodem van de Schelde en haar zijrivieren en eten onderweg alles wat ze tegenkomen: zoetwaterwormen, slakken, insecten, planten… De Chinese wolhandkrab is een exotische indringer die een bedreiging vormt voor de biodiversiteit én de economische stabiliteit van de Schelde. “Het bestrijden van deze invasieve soorten vraagt internationale samenwerking. Dankzij initiatieven zoals de krabbenvallen en het Clancy-project zetten we stappen in de goede richting, maar er is werk aan de winkel", zegt professor Jonas Schoelynck van de Universiteit Antwerpen, gespecialiseerd in aquatische ecologie.

Allereerst, wat zijn invasieve exotische soorten precies?

Professor Jonas Schoelynck: "Invasieve uitheemse soorten – ook wel invasieve exoten genoemd – zijn planten of dieren die van nature niet in een gebied thuishoren, maar er toch terechtkomen, vaak onbewust door de mens geïntroduceerd. Deze soorten kunnen zich snel en ongebreideld voortplanten en verdringen de inheemse flora en fauna, onder meer doordat ze hier geen natuurlijke vijanden kennen. De Chinese wolhandkrab en de Amerikaanse stierkikker zijn daar voorbeelden van, net als de Japanse duizendknoop die langs heel wat bermen groeit.”

“Het is belangrijk om het verschil te maken met gewone exotische soorten die geen schade aanrichten of zich integreren in ons ecosysteem. Slechts een klein aantal soorten – die we dus als invasief beschouwen – brengt schade toe aan de biodiversiteit, de landbouw of de volksgezondheid. Maar die schade kan tellen en zelfs een heel ecosysteem ontwrichten. De meeste invasieve exoten zijn dan ook erg dominant.”

“Neem nu de stierkikker: dat is niet zomaar een grote kikker van 30 centimeter, maar een vraatzuchtig roofdier. Hij eet amfibieën, vissen, salamanders… vrijwel alles wat in zijn muil past en in onze waterlopen, plassen, vijvers en poelen leeft. Mocht heel Vlaanderen vergeven zijn van de Amerikaanse stierkikker, dan zou dat een groot probleem zijn voor onze amfibieën. Gelukkig slagen experts erin om de soort onder controle te houden. Waar de stierkikker vooral lokaal in de vallei van de Grote Nete problemen veroorzaakt, vormt de Chinese wolhandkrab een veel groter probleem voor het hele Scheldebekken*."

(*Scheldebekken: het gebied in Frankrijk, België en Nederland dat door de Schelde bevloeid wordt.)

De volwassen Chinese wolhandkrab kan tot 20 cm groot worden, ©Heleen Keirsebelik

Hoe komen deze invasieve exoten in de Sigmaplangebieden terecht?

"Dat kan gebeuren via scheepvaart: het ballastwater dat in onze wateren geloosd wordt, kan onbedoeld larven van een uitheemse soort bevatten. Veel soorten overleven het hier niet – te koud, te zout… – én zijn niet invasief. Maar een op de duizend nieuwkomers is dat wel, gedijt goed in onze waterlopen en kan het begin betekenen van veel ellende.”

“Ook de aquariumhandel introduceert vreemde soorten bij ons – bijvoorbeeld zoetwaterdieren zoals kreeften. Of tropische vissen en garnalen die mensen beu geraken en dan in de rivier gooien of door het toilet spoelen. Sommige soorten of exemplaren overleven en vermenigvuldigen zich. De bedoelingen zijn vaak niet slecht, maar onzorgvuldig gedrag én transport liggen wel aan de basis van de problemen. Er is nood aan Europese regelgeving en controle, zeker om de heel kwalijke invasieve soorten tegen te houden, zoals de Chinese wolhandkrab. Die migreert massaal, is een alleseter die de planten op de rivierbodem wegknipt en het ecosysteem van onze rivieren bedreigt.”

Vangst van jonge wolhandkrabben in de val in de Kleine Nete, Grobbendonk. De krabjes worden verwerkt tot proteïnerijk voer voor dierentuinen, ©Heleen Keirsebelik

Onderschatten we de impact van invasieve exoten?

"Toch wel. De Chinese wolhandkrab is al langer een gekend probleem, maar blijft nog te vaak onder de radar. Terwijl de economische én ecologische impact enorm is, waarbij de ecologische impact ook weer economische gevolgen heeft. Wolhandkrabben en invasieve schelpen kunnen onderwaterleidingen en waterinlaatpijpen van bedrijven verstoppen, wat hoge onderhoudskosten met zich meebrengt. Voor vissers zijn ze een plaag; ze eten het aas op en beschadigen vislijnen en netten. In België hebben we geen binnenlandse commerciële visserij, hier hebben alleen hobbyvissers – toch ruim 56.000 geregistreerde vissers – er last van. Maar in Duitsland lijden vissers wel commerciële schade: in plaats van paling te vangen, halen ze krabben boven.”

“De krabben eten op hun beurt heel wat doelsoorten op. Ecologisch gezien verdringen deze invasieve exoten de inheemse soorten, wat leidt tot een afname van de biodiversiteit. We evolueren zo naar monocultuur, waardoor andere soorten minder kans krijgen om te groeien en te leven en uiteindelijk zelfs kunnen uitsterven. En we hebben in Vlaanderen al niet zo veel natuur… Biodiversiteit draait om veelheid van soorten, dat is belangrijk voor een gezonde en klimaatrobuuste natuur. Als er veel functies verloren gaan – denk aan bestuivers die geen geschikt voedsel vinden – dan raakt ons ecosysteem ontwricht. Op het eerste gezicht lijkt het probleem onschuldig – je vervangt gewoon een bepaalde soort door een andere – maar de gevolgen zijn dat helaas niet.”

“De schade speelt zich niet zozeer op soortniveau af, maar eerder op systeemniveau. In de zijrivieren van het Nete-bekken, maar ook in de Demer en de Dijle, zitten waterplanten die als ‘ecosystem engineers’ bepalend zijn voor een ecosysteem. Ze zijn een schuilplaats voor vissen die er hun eitjes afzetten, voor amfibieën die er voedsel vinden, terwijl hun wortels sediment tegenhouden en water zuiveren. Als krabben en kreeften dan met hun scharen die wortels afknippen – en de krabben knippen sneller dan de planten kunnen groeien – dan dreig je die kostbare waterplanten kwijt te spelen. Met alle gevolgen van dien, waardoor een ecosysteem kan ineenstuiken. Als het op invasieve exotische soorten aankomt, is het altijd beter voorkomen dan genezen. De Europese aanpak telt dan ook drie stappen: voorkomen, snel opsporen en uitroeien, en tenslotte – als uitroeiing geen optie meer is – beheersen. Dat laatste lijkt voorlopig te lukken met de stierkikker.”

©Björn Suckow

De problemen met de Chinese wolhandkrab zijn van een andere orde?

“Ja, de wolhandkrabben zijn vandaag met miljoenen aanwezig in Vlaanderen en Nederland… Het is een migrerende diersoort: de zoetwaterkrab wordt geboren in de Westerschelde, migreert naar zoet water om op te groeien, en keert dan terug naar het zoute water om er te paren, eitjes af te zetten en te sterven. De kleine krabbetjes zitten werkelijk overal in de Schelde, tot in alle bovenlopen, goed voor twee tot drie krabben per vierkante meter rivierbodem. Ze knippen onderweg de bodem van de rivieren kaal – zo’n krab legt dagelijks tot bijna drie kilometer af – en tasten het vissenbestand aan. Kortom, de wolhandkrab is een échte plaag voor onze waterlopen.”

De kleine krabbetjes zitten werkelijk overal in de Schelde, tot in alle bovenlopen, goed voor twee tot drie krabben per vierkante meter rivierbodem.

Hoe kan je deze dominante krab bestrijden?

"Het bestrijden van invasieve soorten is een grote uitdaging. Voor de Chinese wolhandkrab heeft de Vlaamse Milieumaatschappij, samen met de Universiteit Antwerpen, een speciale val ontwikkeld. Het eerste exemplaar staat in Grobbendonk aan de Kleine Nete, en heeft sinds 2018 al 2,4 miljoen krabben gevangen. Begin april hebben we nog het dagelijks vangstrecord in zes jaar verbeterd met maar liefst 17.000 krabben op één dag. Om maar te zeggen dat dit type val een succes is en de interesse wekt van heel wat landen – de wolhandkrab teistert niet alleen Vlaanderen maar ook Nederland, Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Zweden… In Vlaanderen zijn er ondertussen ook al een aantal vallen bijgekomen.”

Krabbenval in opbouw, ©Paul Van Loon

Hoe werkt zo’n krabbenval?

“De val is een soort brievenbussysteem met schuin oplopende platen vanaf de rivierbodem en bovenaan een gleuf. De krabben migreren, vallen in de krabbensleuf en kunnen niet verder. Ze kunnen niet zwemmen maar wel kruipen, waardoor ze via een slim systeem tot in de opvangbak op de linker- of rechteroever geraken. Vissen zwemmen veilig over de krabbensleuf. De val is een erg efficiënt en gebruiksvriendelijk systeem, zonder bijvangst ook, al moet je wel frequent de opvangbakken leegmaken. We mogen zeker trots zijn op deze ontwikkelde technologie; de val is een knap exportproduct voor bescherming tegen exoten en natuurbehoud.”

Jonge wolhandkrab, ©Sam Franquet

Welke rol spelen de Sigmaplangebieden in deze strijd?

"Sigmaplangebieden zijn ideaal voor het plaatsen van krabbenvallen, omdat hier al veel vistrappen en inwateringssluizen worden geïnstalleerd. Een goed voorbeeld is het Lippenbroek, waar al wetenschappelijk onderzoek plaatsvindt. Bij nieuwe projecten kan men meteen valinstallaties meedenken in het ontwerp – er moeten dan toch (grote) infrastructuurwerken gebeuren. Een krabbenval installeren vergt uiteraard bijkomende investering, vooral in de benedenstroomse gebieden waar de waterstroming sneller is, constructies complexer zijn en het onderhoud ervan uitdagender wordt. Maar in verhouding hebben de vallen op dergelijke plaatsen ook een veel grotere impact.”

Is samenwerking de sleutel tot succes in de eindeloze stroom aan krabben?

“Ja, we hebben een internationaal gecoördineerde aanpak nodig om invasieve soorten te bestrijden. Het Clancy-project, gestart in 2023, is alvast een ambitieus Europees initiatief om de verspreiding van de Chinese wolhandkrab in Europese rivieren te beperken. Het project streeft naar de installatie van krabbenvallen in België, Frankrijk, Zweden en Duitsland. Door deze vallen strategisch te plaatsen, kunnen we grotere gebieden beschermen. Het testen van de val op verschillende locaties is een belangrijke eerste stap in die richting. Tegelijk verzamelen de acht partners uit vier landen – onder wie voor België de Vlaamse Milieumaatschappij, Provincie Oost-Vlaanderen en Universiteit Antwerpen – extra gegevens over de omvang en het gedrag van de wolhandkrabpopulatie. Alle resultaten zullen bijdragen aan een strategie op Europees niveau.”

Meer info: Interreg North Sea Clancy

Interviews