Precies dertig jaar geleden bedacht Patrick Meire, emeritus hoogleraar aan de Universiteit Antwerpen, het principe van de gecontroleerde gereduceerde getijdenwerking. Intussen heeft het Sigmaplan al heel wat van deze GGG-gebieden aangelegd die waterveiligheid combineren met ecologisch herstel. “Het Sigmaplan is een belangrijke stap richting een integraal beheer van de Schelde, maar we moeten blijven inspelen op nieuwe uitdagingen zoals de klimaatverandering. En dan is samenwerken de sleutel tot succes.”
Het belang van in- en uitwateringssluizen is niet te onderschatten voor de toekomst van de Schelde. Ze laten toe om de natuurlijke werking van een getijdenrivier na te bootsen, waardoor zo’n GGG-gebied als het ware een deel wordt van het ecosysteem van de Schelde.
In 1994 bedacht professor Meire, gespecialiseerd in ecologisch onderzoek van aquatische en wetlandsystemen, het principe om het getij te reduceren. Voor het op grote schaal toe te passen, werd in 2006 een experimenteel pilootproject gebouwd in het Lippenbroek in Hamme. In de zomer van 2017 kreeg het Sigmaplan een gigantische inwateringssluis van 50 meter breed – de Meiresluis in de Polders van Kruibeke. En sindsdien zijn er heel wat gebieden langs de Schelde bijgekomen die de veiligheidsfunctie van een overstromingsgebied combineren met het herstel van zeldzame getijdennatuur.
Professor Patrick Meire: “Omdat ze zowel een impact hebben op de waterkwantiteit als de waterkwaliteit in het Schelde-estuarium, en zo waterveiligheid en ecologie samenbrengen. De in- en uitwateringssluizen zijn ontwikkeld om gecontroleerde gereduceerde getijdenwerking mogelijk te maken. Dat betekent dat we bepaalde hoeveelheden water gecontroleerd kunnen laten binnenstromen in overstromingsgebieden.”
“Bij vloed treedt het gebied in werking. Door de inwateringssluis stroomt een beperkte hoeveelheid water binnen. Het getij wordt op die manier ’gereduceerd’. Bij eb stroomt het water terug naar de rivier via de uitwateringssluis. Het GGG-principe helpt niet alleen bij het verminderen van overstromingsrisico's maar ondersteunt ook de ecologische processen zoals sedimentatie en vegetatiegroei, die essentieel zijn voor het behoud en herstel van natuurlijke habitats. De natuur achter de sluis leeft op het ritme van eb en vloed, wat een grote biotopenrijkdom veroorzaakt.”
De natuur achter de sluis leeft op het ritme van eb en vloed, wat een grote biotopenrijkdom veroorzaakt.”
“Je mag niet vergeten dat het Schelde-estuarium een heel ecosysteem op zich is, waar verschillende factoren een rol spelen. De waterkwaliteit is niet alleen afhankelijk van wat we aanbrengen van bekken naar Schelde – en waar waterzuiveringsstations aan te pas komen – maar ook van het functioneren van het ecosysteem zelf. Een goed voorbeeld is de aanleg van slikken en schorren, die fungeren als natuurlijke filters. Ze helpen om overtollige nutriënten, zoals stikstof en fosfor, uit de Schelde te halen. Tegelijk voegen ze nuttige nutriënten toe, zoals silicium. Silicium is essentieel voor de groei van kiezelwieren, kleincellige algen die bijdragen aan een gezonde ecologie. Als gratis ecosysteemdiensten brengen slikken en schorren de nutriënten in balans en zorgen ze voor een betere waterkwaliteit van de Schelde.”
“We moeten blijven inzetten op de combinatie van verschillende soorten Sigmaplan-gebieden: de gewone overstromingsgebieden, de overstromingsgebieden met gereduceerd getij en de volledige ontpolderingen. Zo is het Sigmaplan ook geëvolueerd – van oplossing voor problemen met waterkwantiteit in de jaren negentig tot een combinatie van waterveiligheid en ecologisch functioneren vanaf 2005. Zeker gezien de beperkte ruimte in Vlaanderen is het belangrijk om deze optimaal te gebruiken, waarbij het Sigmaplan dus een rol van betekenis kan spelen op het vlak van waterveiligheid en natuurherstel.”
“Het Sigmaplan is een belangrijke stap richting een breder en integraal beheer van de Schelde. Maar we moeten blijven inspelen op uitdagingen zoals de waterkwaliteit en de klimaatverandering. Zo heeft niet alleen de zeespiegelstijging een invloed op de waterveiligheid, maar brengen ook hogere en lagere debieten – als gevolg van neerslagpatronen die veranderen – problemen met zich mee. Bij een lager debiet stijgt bijvoorbeeld het zoutgehalte in het water. Ook hogere temperaturen, opnieuw als gevolg van de klimaatverandering, hebben een impact op de rivier en haar ecologie: bacteriën groeien sneller, waardoor er minder zuurstof in de waterkolom is, enzoverder. Daarom is het cruciaal om maatregelen te blijven nemen en aanpassingen door te voeren om deze nieuwe bedreigingen het hoofd te bieden.”
"Samenwerking, zonder twijfel! Het Sigmaplan is een voorbeeld van hoe wetenschappers, beheerders en diverse stakeholders slim en succesvol kunnen samenwerken. Dit teamwerk over verschillende niveaus heen heeft geleid tot baanbrekende resultaten, waarbij Vlaanderen een inspiratie is voor andere regio’s en landen. Door kennis en expertise te bundelen, kunnen we duurzame oplossingen vinden die zowel de ecologie als de menselijke noden dienen. De impact die je samen kan creëren, mag je niet onderschatten: het Sigmaplan zet in op waterveiligheid, ecologische ontwikkeling, economie en recreatie. Nu vandaag alles soms zo gepolariseerd lijkt, is het belangrijk om aandacht te blijven geven aan natuurherstel. Het loont, voor elk van ons, en we moeten erkennen dat ecologisch functioneren en menselijke behoeften hand in hand kunnen gaan.”
“We moeten niet op één facet focussen maar over het hele systeem waken. En een rivier of estuarium is nu eenmaal complex… Neem nu natuurherstel. Daarbij moet je niet alleen kijken naar patroonherstel, maar eerder naar procesgericht herstel, precies omdat die impact veel verder reikt. Stel dat er problemen zijn met een schor als ecosysteem, dan volstaat het niet om gewoon een nieuwe schor te creëren en bepaalde habitats te herstellen, maar is het belangrijker om te kijken naar de processen in dat systeem. Als je die processen steunt – bijvoorbeeld het stimuleren van sedimentatie of het aanvoeren van vegetatie om erosie te vermijden – dan draagt dat procesherstel automatisch ook bij aan patroonherstel. Door procesgericht herstel te bevorderen en samen te werken, kunnen we een betere en duurzamere toekomst creëren voor de Schelde en voor onszelf.”
“Het is inspirerend om te zien hoe wetenschappelijk onderzoek daadwerkelijk kan bijdragen aan praktische oplossingen en het welzijn van toekomstige generaties. Persoonlijk zegt het mij meer om mijn wetenschappelijk onderzoek in de praktijk vertaald te zien, dan gepubliceerd. En als je dan kan samenwerken zoals in het Sigmaplan, dan is dat heel waardevol. Want ik mag als academicus wel een sluis bedenken en uittekenen, iemand moet ze ook bouwen en de waterbeheerder moet ze ook implementeren in het gebied. Het geeft een goed gevoel als dat lukt. Toen ik met mijn kleinkinderen aan de inwateringssluis van Kruibeke stond en uitlegde hoe dat werkte, was ik toch trots om een heel kleine bijdrage te kunnen leveren aan een goeie Schelde voor de volgende generaties. Daar doe je het voor.”