Ann van Griensven

Interview

Hydrologe Ann van Griensven over de waterkwaliteit van de Schelde:

“Keten van overstromingsgebieden heeft zuiverende werking”

De opwarming van de aarde heeft ook een impact op de waterkwaliteit. Door steeds meer weersextremen – te droog, te nat – vergroot de druk op schoon water voor gezonde ecosystemen en voor menselijk gebruik. “Meer onderzoek is nodig om de waterkwaliteit wereldwijd beter in kaart te brengen en de problemen aan te pakken. Maar vaststaat dat overstromingsgebieden, zoals het Zennegat in Mechelen, kunnen helpen in het streven naar schonere en gezondere rivieren”, vertelt professor hydrologie Ann van Griensven, AXA-leerstoelhouder aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB). Foto Ann van Griensven: © Marco Mertens

Zennegat, ©Vilda

Hoe staat het vandaag met de waterkwaliteit van de Schelde?

Professor van Griensven: “Veel beter, al zijn we er nog niet… Maar we komen van ver, want de waterkwaliteit van de Schelde is een historisch probleem. In de jaren tachtig was de situatie zelfs catastrofaal: de Schelde was biologisch dood – een stinkende rivier waar geen vis meer in leefde. Dankzij de Kaderrichtlijn Water in de jaren negentig, die lidstaten verplichtte om de waterkwaliteitsproblemen grondig aan te pakken, is er sindsdien veel vooruitgang geboekt. Aquafin heeft waterzuiveringsinstallaties geïnstalleerd in alle rivierbekkens, waardoor de directe vervuiling sterk is verminderd. Er zwemmen vandaag weer veel vissen in de Schelde – zeehonden gaan er zelfs achteraan – wat betekent dat we biologisch de goede weg opgaan. Maar ondanks de spectaculaire verbetering zijn er nog tal van uitdagingen voor de waterkwaliteit van de Schelde.”

Wat zijn de grootste uitdagingen die nog steeds spelen?

“Op enkele plaatsen in het Scheldebekken is de waterkwaliteit goed, maar op de meeste plekken nog niet. Er zit – ondanks de inspanningen van de waterzuivering – nog steeds te veel vuil in de Schelde. Dat komt onder meer door ‘overstorten’: regenwater dat riolen bij hevige buien overbelast, leidt tot overstorten van ongezuiverd afvalwater in de rivier. De Zenne is ongetwijfeld kampioen met honderden overstorten per jaar… Daarnaast is er veel landbouw in het Scheldebekken, waardoor er veel nitraten in de rivier terechtkomen die de groei van algen stimuleren. Er zijn dus uitdagingen op verschillende niveaus.”

“Op enkele plaatsen in het Scheldebekken is de waterkwaliteit goed, maar op de meeste plekken nog niet. "

“Gelukkig wordt de Schelde goed gemonitord, waardoor we duidelijk zicht hebben op de waterkwaliteit met gegevens op verschillende plaatsen. Het overstorten op zich is nog niet bemonsterd – we kennen de locaties wel maar we hebben geen nauwkeurig beeld van het vuil dat in de rivieren terechtkomt.”

Wat kunnen we doen om de waterkwaliteit te verbeteren?

"Een belangrijke stap is het beter scheiden van regenwater en afvalwater. Aquafin werkt bijvoorbeeld aan gescheiden rioolsystemen om te voorkomen dat regenwater wordt vermengd met afvalwater. Daarnaast kunnen burgers zelf bijdragen door regentanks, groendaken en infiltratie in tuinen aan te leggen om minder regenwater naar de riolen te laten stromen. Er bestaan al tal van initiatieven en maatregelen, maar we moeten ze nog meer uitrollen, want minder regenwater afvoeren bevordert de waterkwaliteit.”

“Positief zijn ook de natuurgebaseerde oplossingen, zoals de overstromingsgebieden binnen het Sigmaplan. Deze gebieden, onder invloed van de getijden, hebben een zuiverende werking doordat twee keer per dag water instroomt in het gebied en vervolgens weer zuiverder terugkeert naar de rivier. Op het moment dat het water stilstaat in zo’n gebied, kunnen zand en slib naar de zuurstofarme bodem zinken. Daarnaast starten er verschillende processen in het water, waarbij specifieke bacteriën stikstof en nitraten kunnen omzetten naar gas en ze zo uit de rivier houden. Eén moerasgebied op zich heeft misschien niet zo’n grote impact, maar een keten wel. Door een aaneenschakeling van overstromingsgebieden te koppelen aan onze rivieren, kunnen we de waterkwaliteit verbeteren. Wel is het belangrijk dat deze natte gebieden nat blijven.”

De Sigmaplangebieden hebben daarmee een impact op de waterkwantiteit én -kwaliteit?

"Absoluut, het is belangrijk om de meerwaarde op beide fronten te zien. De Schelde-waterkwaliteit is nog niet goed. Om de normen van de Kaderrichtlijn Water te halen, moeten we nog meer inzetten op natuurgebaseerde oplossingen zoals moerasgebieden. Waar plannen we ze strategisch het best in? Bijvoorbeeld rond beken met een slechte waterkwaliteit, of op plaatsen waar er via landbouw veel vervuild water in de rivier komt.”

“Ook het instellen van bufferzones heeft op dat vlak een bewezen effect. Geen shortcut van nitraten naar de rivier meer, maar afbuigen naar een bufferzone waar het water vertraagd in de bodem kan indringen. Daardoor kunnen de bacteriën in de bodem hun werk doen en kunnen sedimentpartikels zich in het water neerzetten.”

Zijn er specifieke onderzoeken gericht op deze natuurgebaseerde oplossingen?

“Binnen de AXA-leerstoel zijn we recent gestart met onderzoek naar die rol van natuurgebaseerde oplossingen. We kijken onder meer naar de moerasgebieden die in Vlaanderen al soelaas bieden om de waterkwaliteit van onze rivieren te verbeteren. Zoals het overstromingsgebied Zennegat in Battel, Mechelen. De kennis die we hier opdoen, kan ons ook helpen in de rest van de wereld. We proberen alle kennisfragmenten te groeperen in een model waarmee we op grotere schaal aan de slag kunnen. Ook onderzoeken we de interactie: moerasgebieden fungeren als interface tussen oppervlakte- en grondwater, wat een complex maar potentieel zeer effectief systeem is voor de verbetering van de waterkwaliteit.”

Gaan we voor de Schelde de vooropgestelde kwaliteitsnormen halen?

“Ik durf niet volmondig ja te zeggen… Op sommige rivieren zal het zeker lukken om de Europese doelstellingen te halen – zoals de Nete, waar de waterkwaliteit fors is verbeterd. Maar voor de Zenne blijft het een uitdaging: een grote stad als Brussel die op zo’n kleine rivier moet lozen. Natuurlijk blijven we technologisch evolueren, wat helpt om steeds meer rivieren naar een goede waterkwaliteit te sturen. Maar het hele Scheldebekken, dat blijft een opdracht.”

“We moeten trouwens ook de link naar ecologie maken. Niet alleen de waterkwaliteit gaat erop vooruit, ook de ecologische kwaliteit. Overstromingsgebieden zijn bijvoorbeeld heel belangrijk voor meer vissen en meer vissoorten. Het is niet toevallig dat er eind vorig jaar in de Polders van Kruibeke een gezonde volwassen houting is opgevist, een soort die in onze contreien als uitgestorven staat geboekstaafd.”

Wat is de impact van klimaatverandering op de waterkwaliteit?

“De klimaatverandering zal sowieso voor meer stressmomenten zorgen, want weersextremen komen steeds meer voor en bedreigen wereldwijd de waterkwaliteit. Door droogte wordt vervuiling geconcentreerder, en een lager debiet kan leiden tot een hoger zoutgehalte in de Schelde. Dat kan problematisch worden voor het ecosysteem en drinkwatervoorzieningen. Het is belangrijk om te blijven inzetten op onderzoek naar water en de waterkwaliteit, om problemen in de toekomst nog beter aan te pakken. Niet vergeten dat er wereldwijd zo’n drie miljard mensen gebruikmaken van water waarvan de kwaliteit niet gekend is en er jaarlijks naar schatting een half miljoen mensen sterven door het gebruik van vervuild water.”

Interviews